De versterkte positie van Antwerpen
De “Versterkte Positie van Antwerpen” (Position fortifiée d'Anvers) bestaat uit een binnenste en een buitenste verdedigingsgordel met forten en schansen.
Na de val van de versterkte posities van Luik en Namen trekt het veldleger terug naar Antwerpen, die als ‘nationaal reduit’ dient. Het oprukkende Duitse leger trekt ondertussen verder door België, maar op 25 augustus en 9 september 1914 voert het Belgische leger vanuit Antwerpen aanvallen uit op de flank van het Duitse leger. Na de mislukking van het Schlieffenplan richt Duitsland nu zijn aandacht op die stad. Het wil komaf maken met de restanten van het Belgische leger en de haven van Antwerpen innemen.
Antwerpen zal aangepakt worden van zodra de zware belegeringsartillerie klaar is met de forten rond Maubeuge (Frankrijk). Het Duitse 3de Reservekorps onder bevel van generaal von Beseler, dat Antwerpen bewaakt, wordt belast met die opdracht. Het krijgt versterking en telt nu vijf infanteriedivisies met 120 stukken belegeringsartillerie.
Op 20 augustus is het grootste deel van het veldleger opgesteld achter en tussen de forten binnen de buitenste gordel van de “Versterkte Positie van Antwerpen". De 5de Legerafdeling, met steun van de 2de Legerafdeling, is ontplooid achter de Nete ter hoogte van Lier waar de Duitse hoofdkrachtsinspanning verwacht wordt. Tussen de Schelde en de Rupel worden de 3de en 6deLegerafdelingen opgesteld. De 4de Legerafdeling bevindt zich achter de Schelde ter hoogte van Dendermonde om te beletten dat de Duitse troepen daar de Schelde oversteken en Antwerpen vanuit het westen aanvallen. De Cavaleriedivisie beveiligt de flanken.
Op 4 september vuurt de Duitse artillerie op de as Walem-Breendonk. Op 22 september wordt de aanval op de verdediging van Antwerpen hernieuwd, maar nu op de as Walem-Lier teneinde de fortengordel te doorbreken en Antwerpen te veroveren. De eerste beschietingen van de forten van Walem en Sint-Katelijne-Waver beginnen op 28 september. Twee dagen later heeft het zware Duitse geschut de forten van Walem, Sint-Katelijne -Waver en Koningshooikt uitgeschakeld. Op 1 oktober vallen het Fort van Sint-Katelijne-Waver en de schansen van Dorpveld en Bosbeek in Duitse handen. Op 2 oktober ontruimt het Belgische leger het Fort van Lier en geeft het Fort van Walem zich over. Het fort van Kessel valt op 4 oktober.
5 oktober begint de beschieting van Fort van Broechem en wordt een dag later uitgeschakeld. Daardoor is de stelling van Antwerpen onhoudbaar geworden.
Op 9 oktober geeft het Belgische leger de rechteroever op, maar eerst worden de forten van Schoten, Brasschaat, Merksem, Kapellen en Lillo opgeblazen. Op 10 oktober geeft het leger ook de linkeroever van de Schelde op en trekt terug naar de IJzervlakte.