Het Canadese 22ste Regiment neemt deel aan het militair defilé
Wanneer in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, beschikt Canada slechts over een klein leger om bij te dragen aan de oorlogsinspanning. Het Canadese leger bestaat uit slechts 3000 actieve soldaten en een militie van lokale vrijwilligers, die op weinig aanzien kan rekenen. Wanneer het Canadese expeditiekorps duizenden nieuwe rekruten aanneemt en deze naar Engeland stuurt voor hun opleiding, zijn er maar weinig Frans-Canadezen onder hen.
Op 20 oktober 1914 wordt het (Frans-Canadese) 22ste Bataljon onder de wapenen geroepen. Gekend onder de bijnaam “Van Doos” bij de Engelstalige Canadezen, door de uitspraak van het nummer van dit Frans-Canadees Bataljon (“vingt-deux” - tweeëntwintig) met een Engels accent, is het 22ste Bataljon de enige Canadese eenheid met de Franse taal en cultuur. In september 1915 wordt het 22ste Bataljon, als onderdeel van de 5de Brigade van de 2de Canadese Divisie, naar Frankrijk gestuurd en strijdt het met onderscheiding bij elke grote inzet van de Canadese strijdkrachten tot het einde van de oorlog. Twee leden van het 22ste Bataljon, luitenant Jean Brillant en korporaal Joseph Kaeble, krijgen tijdens deze oorlog het Kruis van Victoria uitgereikt.
Op 15 september 1914 verlaat het 22ste Bataljon Canada aan boord van de “Princess of Argyll” en zet het koers naar Boulogne in Frankrijk. Vijf dagen later bezet de eenheid voor de eerste keer de loopgraven in de buurt van Ieper, wat het begin betekent van een periode van 38 maanden van zware gevechten. Tijdens de oorlog was het 22ste Bataljon aanwezig op de slagvelden van de vlaktes van Vlaanderen en Frankrijk.
De eenheid, die gelegerd is in Québec, viert haar 100ste verjaardag en neemt op 21 juli in Brussel deel aan het militair defilé.